31
Hij keek Duncan na toen hij in de richting van het marktplein en zijn auto liep. Het was nog vroeg en Perez had geen zin om al naar huis te gaan. Iedereen op de eilanden zou inmiddels weten dat Tait was gearresteerd. De mensen zouden zich weer veilig voelen, zich koesteren in de wetenschap dat het allemaal een boze droom was geweest en dat de moord ergens anders had plaatsgevonden. Ze zouden slapen. Behalve de nabestaanden van de slachtoffers.
Het gezin Bruce logeerde bij familie in Sandwick. Euan Ross zou alleen in zijn grote huis aan de kust zijn, nam Perez aan. Hij had een agent naar Ross toe gestuurd om hem te vertellen dat Tait in hechtenis was genomen, maar het leek hem nu verstandig om zelf ook even bij hem langs te gaan. Ross was verbitterd geweest toen hij hoorde dat Tait na de verdwijning van Catriona was verhoord maar weer was vrijgelaten. Het leek laf om hem niet op te zoeken en zijn vragen te beantwoorden. Perez vond dat de politie hem dat wel verschuldigd was.
Toen hij langs Hillhead reed, moest hij aan de raaf denken. Moest hij hem nu doodmaken, het niet langer uitstellen? Zo te zien was de technische recherche klaar in het huis, want het gele politielint was verwijderd en binnen was alles donker. Toen hij merkte dat de voordeur op slot zat, voelde hij zich opgelucht. Een van de teamleden zou de sleutel hebben meegenomen. Of misschien hadden ze wel een nieuw thuis voor de vogel gevonden. Perez herinnerde zich dat er in Dunrossness een vrouw was die zich om zieke en gewonde vogels bekommerde. Misschien hadden ze de raaf naar haar toe gebracht. Hij moest dat nagaan. Hij zou nog wel een keer terugkomen.
Euan Ross was boos. Dat bleek uit zijn verhitte gezicht en de agressie waarmee hij de voordeur opende. Perez vermoedde dat hij de hele dag had zitten wachten totdat er iemand met hem zou komen praten.
‘Inspecteur,’ zei hij. ‘Eindelijk. Ik woon hier inmiddels lang genoeg om te weten dat men op Shetland niet gewend is veel haast te maken, maar het zou van enige beleefdheid getuigen als men iets sneller op mijn verzoek gereageerd zou hebben. Het was tenslotte úw telefoontje dat dit hele gebeuren in gang heeft gezet.’
Hij draaide zich om en liep het huis in, liet het aan Perez over om de deur dicht te doen en hem achterna te komen.
Ze namen plaats in de ruime woonkamer met de glazen voorpui die uitzicht op Raven’s Head bood. Euan had het grote licht niet aangedaan. Het enige licht in de kamer was afkomstig van een paar spotjes aan de muur. Grote stukken van de kamer waren in schaduw gehuld. Euan had in de winter blijkbaar wrakhout verzameld, want er lag een flink stuk dennenhout in de haard. De geur moest waarschijnlijk de laatste sporen van Catherines parfum wissen.
Perez was in verwarring, want hij had geen idee waar de man het over had. ‘Het spijt me. Niemand heeft me verteld dat u me wilde spreken.’
‘Wat komt u hier dan doen?’
‘Ik dacht dat u misschien vragen zou hebben nu we de oude man hebben gearresteerd. Ik wilde niet dat u de details op het nieuws zou horen. Het gebeurt nogal eens dat er dingen verkeerd worden weergegeven.’ Hij wilde eraan toevoegen dat hij het van respect vond getuigen om langs te komen, maar zei het niet. Euan was de ontredderde vader. Hij had het recht om boos en verontwaardigd te zijn.
Er viel een stilte. Euan Ross deed zijn best zijn zelfbeheersing terug te vinden.
‘Ze hadden uw verzoek aan me moeten doorgeven,’ zei Perez zacht. ‘Misschien wilt u me vertellen waarom u me wilde spreken.’
‘U had me gevraagd Catherines camcorder op te zoeken.’
‘Ja. Hebt u hem gevonden?’
Euan beantwoordde de vraag niet meteen. ‘Hebben jullie bewijzen dat Tait mijn dochter heeft vermoord?’
‘Nog niet. Er is bewijs dat hem in verband brengt met de dood van Catriona Bruce. Tot nu toe is hij alleen voor de eerste moord in staat van beschuldiging gesteld. We zullen natuurlijk alles doen om hem voor beide aanklachten veroordeeld te krijgen.’
‘Ik had gedacht dat het niet zou uitmaken,’ zei Euan. ‘Maar ik geloof niet dat ik het zou kunnen verdragen als ik nooit te weten kom wat er met haar is gebeurd. Dat heeft niets met gevoelens van vergelding te maken. Alleen het “niet weten”.’ Hij zweeg even. ‘En om Catherine te geven waar ze recht op heeft, misschien. Eindelijk.’
‘Mag ik de camcorder zien, meneer Ross?’
Maar hij leek nog niet bereid om ter zake te komen. Hij zei dat hij thee ging zetten. Inspecteur Perez had toch wel tijd voor een kop thee? Euan liep naar de keuken en Perez keek naar buiten, de donkere nacht in. Uiteindelijk kwam hij terug met een dienblad met twee mokken erop en begon hij onmiddellijk te praten. Ze zaten tegenover elkaar in de fauteuils bij het grote raam, maar Euan keek Perez niet aan. Hij had zijn gezicht naar het raam gekeerd en bleef naar buiten turen.
‘Catherine was geen gemakkelijk kind. Ze was zo’n baby die nauwelijks slaap nodig had. Liz had het er heel moeilijk mee. Ik deed mijn best om ook mijn aandeel te leveren, maar ik maakte lange dagen, altijd plannen, huiswerk nakijken, buitenschoolse activiteiten organiseren... Kortom, ik was er vrijwel nooit. Ik was nogal ambitieus in die tijd. Nu lijkt dat belachelijk. Liz kon het niet opbrengen om nog een kind te nemen. Ik zei dat er een goede kans was dat we dan een heel gemakkelijk kind zouden krijgen, maar ze wilde het risico niet nemen. En dat was dat. We hebben er geen ruzie over gemaakt. Ik aanbad Liz. Wat ze ook wilde, ik zou ermee akkoord zijn gegaan. Nu zou ik willen dat we er beter over hadden nagedacht. Misschien voor als Catherine wat ouder was. Niet voor mij maar voor haar. Ze was zo alleen toen Liz overleed, en ik lag in de kreukels. Dan zou ze een beetje gezelschap hebben gehad.’
Perez zei niets. Hij dronk thee en luisterde. Ross was de camcorder helemaal vergeten, vermoedde Perez. Die wilde alleen maar praten.
‘Catherine leek heel veel op mij,’ vervolgde Ross. ‘Ze was heel gedreven. Misschien omdat ze enig kind was, viel het voor haar niet mee om vrienden van haar eigen leeftijd te krijgen. Ze was te eerlijk en te rechtstreeks. Ze besefte absoluut niet dat ze met haar eerlijkheid de gevoelens van anderen kon kwetsen. Ze was gek op schoolprojecten. Al toen ze nog heel jong was wierp ze zich met volle overgave op haar werk en maakte er een concurrentiestrijd van. Dat maakte haar niet altijd even geliefd. Maar ze wilde per se de beste zijn.’ Eindelijk draaide hij zijn hoofd om en keek Perez aan. ‘Ik weet niet precies waarom ik u dit vertel. Het is waarschijnlijk niet van belang. Ik wil gewoon over haar praten. De waarheid zeggen, zoals zij zou hebben gedaan. Ze zou het vreselijk gevonden hebben wanneer de mensen alleen maar aardige en onware dingen over haar zeiden alleen omdat ze er niet meer is.’
‘Ik ben geïnteresseerd in wat u vertelt. Ik heb er iets aan.’
‘Toen we hier pas woonden, verveelde ze zich suf. Ze zei dat ze niets gemeen had met haar leeftijdgenoten van hier. Dat was niet waar; ze deed er gewoon geen moeite voor. Ze kwam soms over als arrogant, als erg vol van zichzelf. Ik heb docenten in de lerarenkamer over haar horen praten toen ze niet wisten dat ik meeluisterde. Die waren ook niet blij met haar houding. Ik was bang dat ze erg eenzaam zou worden en het mikpunt van pesterijen. Voor een groot deel was dat mijn schuld, natuurlijk. Ik was afhankelijk van haar nadat Liz was gestorven. Ik heb haar niet de kans gegeven om kind te zijn.’
‘Maar ze is toch bevriend geraakt met Sally.’
‘Ja, Sally was aardig voor haar en Catherine genoot echt van haar gezelschap. Het was geen voor de hand liggende vriendschap, maar ze konden het goed met elkaar vinden.’ Hij zweeg weer even. ‘Haar vriendschap met Sally was belangrijk, maar die was niet wat haar geholpen heeft om zich hier thuis te voelen. Dat was iets heel anders. Ze was aan een nieuw project begonnen...’ Hij verviel weer in stilte, met de mok thee nog steeds onaangeraakt naast zijn stoel op de vloer. Hij was zo diep in gedachten, dat Perez de indruk kreeg dat hij was vergeten dat hij bezoek had.
‘Wat was dat voor een project, meneer Ross?’
‘Een film. En zo komen we bij de camcorder terecht. Die heb ik haar voor haar verjaardag gegeven. Ze was bezeten van film. Het was haar grote droom de eerste grote vrouwelijke Engelse filmregisseur te worden. Ze was van nature een observator, misschien omdat ze het moeilijk vond om met mensen van haar eigen leeftijd om te gaan. Ze was dolblij met haar cadeau. In het begin speelde ze er vooral mee, om te zien hoe het ding werkte, neem ik aan, hoe ze ermee om moest gaan en wat ze ermee kon. Ik heb een filmpje van haar. Ik heb haar op haar verjaardag gefilmd en we hebben de beelden in de computer opgeslagen. Ik ben zo blij dat ik dat heb gedaan. Die beelden blijven voor altijd bewaard...’ Hij leek te beseffen dat hij weer van het onderwerp afdwaalde. ‘Daarna begon ze het filmen serieuzer te nemen. Zoals ik al zei had ze er een project van gemaakt. Ze hoopte het te kunnen gebruiken om op de universiteit toegelaten te worden. En als ze eenmaal iets in haar hoofd had, was het er heel moeilijk weer uit te krijgen.’
‘Waar ging haar film over?’
‘Over Shetland. De eilanden en de bevolking.’
‘Een documentaire?’
‘Ja, zoiets, denk ik. Ze zei dat ze van het stereotype en de clichés af wilde. Dus de film zou niet over de mooie natuur en het harde leven gaan. Tenminste, die zouden alleen als achtergrond dienen. Maar ze wilde laten zien dat mensen overal hetzelfde zijn, waar ze ook wonen. Tenminste, als ik het goed heb begrepen, was het dat. Ze praatte er wel over, maar ik was er niet altijd met mijn hoofd bij als ze dat deed.’
‘Is het haar gelukt de film af te maken?’
‘Ik geloof het wel. Of in elk geval bijna. Ze is in de weken voor Kerstmis met de montage bezig geweest. Soms hoorde ik haar praten in haar kamer en dacht ik dat Sally er was, maar dan zat ze daar alleen en sprak ze de commentaarstem in.’
‘Dus die film hebt u ook. Nog een aandenken aan haar.’
‘Nee! Dat probeer ik u juist te vertellen. U had me gevraagd die camcorder op te zoeken, maar ik kan hem nergens vinden. Die is weg. En de cd met de Shetland-film is ook weg. Die is gestolen.’
‘Weet u dat zeker?’
‘Catherine was bezeten van die film, inspecteur. In de weken voor haar overlijden betekende die alles voor haar. Ze had er honderden uren werk in gestopt. Niemand mocht in haar kamer komen. Toen u hier de eerste keer was, heb ik u uitgelegd hoe belangrijk privacy voor haar was. Haar kamer was de enige die mevrouw Jamieson nooit schoonmaakte, en toch was alles er altijd keurig opgeruimd. De cd’s stonden in een rek bij haar computer. De Shetland-film is weg, echt.’
‘Misschien zit die nog in haar computer?’
‘Dat heb ik gecontroleerd. Hij staat niet meer op de harde schijf.’
‘Is er in het huis ingebroken?’
‘Nee, maar de moordenaar hóéfde hier ook niet in te breken. Als Catherine haar sleutels bij zich had, kan de moordenaar die hebben meegenomen. Misschien zijn ze daarom nooit teruggevonden.’
‘Hebt u het gevoel gehad dat er iemand in huis is geweest?’
‘Inspecteur, ik heb spoken gezien waar ik maar keek. Maar het is geen moment in me opgekomen dat er een echt mens in huis geweest zou kunnen zijn.’
‘Wilt u me haar kamer laten zien?’
‘Natuurlijk.’
De kamer was doorzocht op de dag dat Catherine was gevonden, maar niet door Perez. Hij vond dat de kamer er meer als een kantoor dan als een meisjeskamer uitzag. Er lag licht laminaat op de vloer, er stond een werktafel met een computer en daarnaast een kleine archiefkast. Op het eenpersoonsbed lag een sprei van zwarte katoen. De kledingkasten waren dicht en pasten in stijl bij de werktafel. Alles was schoon en keurig opgeruimd. Er hing één prent aan de muur, een grote ingelijste poster van een Franse film uit de jaren vijftig, in zwart-wit.
‘Ze heeft de kamer zelf ingericht,’ zei Euan. ‘Hier voelde ze zich het prettigst. Ze is nooit erg gesteld geweest op menselijk contact, ook niet toen ze jonger was. In tegenstelling tot de meeste kinderen hield ze niet van knuffelen. Liz en ik hebben ons wel eens afgevraagd of ze niet een beetje autistisch was. Ik dacht zelf van niet, of als ze het was, dat ze er dan goed mee om kon gaan. Maar ze had vaak de behoefte om zich voor langere tijd terug te trekken voordat ze uitging en de wereld weer aankon.’
‘Wat bewaarde ze in die archiefkast?’
‘Voornamelijk schoolwerk. Kijkt u zelf maar.’
Perez trok een van de laden open. Dossiermappen, allemaal netjes voorzien van een etiket met het onderwerp erop. Een heel verschil met zijn eigen werkkamer op het politiebureau.
‘U zei net dat ze het commentaar van de film insprak,’ zei hij. ‘Ik vraag me af of daar een script van bestaat.’
‘Natuurlijk!’ Euan toonde opeens meer enthousiasme dan hij de hele dag had gedaan. ‘Het kan zijn dat de dief dat over het hoofd heeft gezien. Ik zal ernaar kijken, goed?’
‘Zal ik u helpen?’
‘Nee, inspecteur. Als u het niet erg vindt, doe ik dat liever zelf.’
In de gang stonden ze even tegenover elkaar. Perez trok zijn jas aan en wilde de voordeur opendoen. In een wat opgelaten gebaar stak Euan zijn hand uit en drukte die van Perez. ‘Bedankt, inspecteur, omdat u me serieus neemt. Sinds Fran Hunter haar heeft gevonden, heb ik gezocht naar een verklaring voor Catherines dood. Dat ze op de heuvel werd gevonden, verschafte wel een soort verklaring, maar geen bevredigende. Een gek die er genoegen in schept jonge meisjes om te brengen. Maar ik geloof er niet in. Het is me te willekeurig en te bizar. Het komt mij voor dat de verdwenen film wel een redelijke verklaring zou kunnen zijn. Als Catherine iets had gefilmd wat de moordenaar liever verborgen wilde houden, kan dat een motief zijn. Maar misschien draaf ik door. Misschien ben ik ook gek aan het worden.’
Hij deed de deur open en deed een stap opzij om Perez door te laten. Toen Perez over het tuinpad naar zijn auto liep, moest hij denken aan het gesprek dat hij in het begin van het onderzoek met Magnus Tait had gehad. Magnus had gezegd dat Catherine een foto van hem had gemaakt op de dag dat ze bij hem op de thee was. De dag na het feest in de Haa. Misschien was het geen foto geweest. Misschien had ze gewild dat Magnus in haar film optrad.